Dongen, februari 2008.
Ik ben weer zwanger. Ik zeg weer, want hiervoor heb ik 2 miskramen gehad. Natuurlijk ben ik blij. Ik wil zo graag moeder worden, maar op dit moment voel ik voornamelijk angst en verdriet. “Wat als het weer fout gaat”, “Kan mijn lijf dit wel?”. Er volgt een spannende zwangerschap, waarin ik maar niet tot rust kan komen. Er volgt zelfs nog een flinke bloeding, waarna ik helemaal het vertrouwen in mezelf en mijn lijf verlies. Maar dat kleine mensje in mijn buik blijft gelukkig zitten. De thuisbevalling waar ik zo naar verlangde, wordt een keizersnede in het ziekenhuis waarna mijn kleine mannetje meteen wordt weggehaald. Later, eindelijk met ons kleine mannetje in mijn armen, voel ik me een grote mislukking. Ik had zo graag zelf willen bevallen, thuis in mijn eigen, vertrouwde omgeving. Het duurt ook even voordat ik besef dat dit kleine mannetje uit mijn buik is gekomen. Ik ben compleet van slag.
De eerste weken na zijn geboorte zijn intens. Ik word overmand door emoties, ben helemaal op. Ik slaap bijna niet, omdat hij om de 3 uur een fles moet hebben. En ik wil toch echt alles zelf doen.
Al mijn vertrouwen in mezelf ben ik kwijt. Mijn kleine mannetje huilt veel en slaapt onrustig. Ik krijg van iedereen advies over wat ik wel en juist niet moet doen. “Laat hem maar huilen, je moet hem niet steeds oppakken”.
De jaren daarna voel ik dat er iets tussen hem en mij instaat, maar ik weet niet wat. Hij heeft moeite met afscheid nemen, naar de peuterspeelzaal brengen is een drama. Ik probeer van alles, ik wil zo graag een goede moeder zijn. Maar wat is dat, hoe doe ik dat? Ik ben zo bij mijn eigen gevoel weggegaan, vertrouwde helemaal niet meer op mijn onderbuikgevoel. Ik vroeg alles en iedereen om raad (zelfs om de kleinste dingen).
Wanneer ik in mei 2012 opnieuw zwanger word, zit er maar 1 ding in mijn hoofd “focus op die kleine in mijn buik”. Deze zwangerschap voelt fijner, ik vertrouw meer op mezelf, en het lukt mij hoewel wederom geen thuisbevalling – om onze dochter helemaal zelfstandig op de wereld te zetten.
Nadat ze geboren is wordt ze meteen op mijn borst gelegd, ik voel meteen de verbinding en ik ben zo trots op mezelf en mijn lijf.
Zo gelukkig als ik mij voel, zo schuldig voel ik mij naar mijn kleine mannetje, dat ik hem deze ervaring niet heb kunnen geven. Dat hij overladen is door mijn stress en zijn eigen geboorte ook niet zelf af heeft kunnen maken. Dat we niet meteen die verbinding hadden. Ik voelde dat ik me meer en meer op gedrag moest gaan richten.